Dimensies - Hoofdstuk 40
1-23-2 Paradox (logica) (mijn dimensie)
Het is een woord wat we vrij regelmatig horen zeker van mensen die menen
je genageld te hebben op onwaarheden. Zelf maak ik het nog wel eens mee
dat men dit aanvoert en dan is het duidelijk dat men zaken of slecht leest of
maar aanneemt wat er staat zonder er bij na te denken.
Zo zal zeker dit boek vraagtekens op gaan werpen als men niet de woorden
aanvoelt en als men zaken met een beperkte bril gaat zien. Natuurlijk, het is
een taak van de schrijver zo helder mogelijk zaken neer te zetten en het is ook
taak om zo begrijpelijk mogelijk over te komen. Maar door de soms complexiteit
(zeker dit boek) gaat het er ook om dat mensen na gaan denken en het plaatje
gaan zien.
Zo kom ik op de eerste vraag:
Is een droom een schijnwereld of een paradox?
Als we het woord paradox ontleden en bespreken zul je zien dat er wat “vreemds”
gaande is op deze wereld want hoe kun je twee tegenstrijdige zaken toch zien
als een geheel en zelfs het ene met het andere verbinden. Paradox is een woord
wat veel gebruikt wordt maar waar men ook zeer graag gebruik van wil maken in
vele gevallen. Wat mij dan op valt is dat het veelal mensen zijn met oogkleppen
op en dan ook nog eens zo gehersenspoeld door de scholen en de wetenschap
dat er nog weinig eigen denken aan te pas komt. Eigen denken moet men
vertalen in het aanvoelen en het inzien van elk geval. Daar is waar de mens
momenteel veel in tekort schiet en zelfs veel verliest in het geheel van die mensheid.
Nu kunnen we paradox misschien zetten onder een “droomwereld” maar dan zou
ik me er te gemakkelijk van afmaken en daarom blijf ik bij mijn eerdere verklaring
zojuist hier neergezet. Het is belangrijk dat de mensen weer eens met gevoel
gaan werken en niet elk woord elk geschrevene per woord gaan interpreteren.
Het gevoel van een zin is erg belangrijk. Waar gaat de schrijver naar toe. Welk
gevoel legt deze woorden vast?
Het leven is geen exact spel en is geen “ding” waar je een vast sjabloon voor hebt
en zegt “dat is het, dat is de waarheid” en dat zien we duidelijk in dit boek wat zo
breed is en zo ver gaat dat men gaat merken dat het een totaal iets is wat ons
leven maakt.
Toen ik iemand, overgestudeerd, liet ontvallen dat ik aan het schrijven was over
dimensies kreeg ik een vrij misselijke opmerking terug; “Misschien heb jij je laten
foppen door te geloven in de “dimensies”, John. Maar goed, ga gewoon jouw eigen
pad.” Dit kwam van een man die pretendeert zeer goed onderwezen te zijn en
alsmaar probeert zaken wetenschappelijk te zien en te verklaren. Hierdoor moet
ik denken aan paradoxen waarmee hij aan het vechten is en duidelijk niet uit komt.
Dimensies, paradoxen doen mij denken aan een “matrix” wat één geheel is waar
veel werelden naast, in en door elkaar lopen. Laten we de wereld van de matrix
even wat dieper uitdiepen.
1-24-1 Matrix
Voorwoord
Zijn we dan toch aan het wroeten in de wereld die tegenstrijdig is en waar werelden
elkaar blijkbaar lijken te kruisen dan is het woordje “matrix” ook zo een woord dat
veel zegt maar de wereld alleen complexer maakt.
“Matrix”, een woord dat veel zegt maar in de wereld van denken alles alleen
complexer maakt.
Laten we eerst maar eens de geleerden spreken en dan gaan we dieper in over
wat zij beweren en stellen. Als we dat doen zien we alsmaar dat met de tijd en hoe
verder men gaat zichzelf vast zet omdat men niet uit wil gaan van simpele gedachte
en de kern van de energie.
1-24-1a Matrix in de wiskunde
Beschrijving
In de lineaire algebra, een deelgebied van de wiskunde, is een matrix (meervoud:
matrices) een rechthoekig getallenschema. De gebruikelijke voorstelling van zo’n
rechthoekig schema is met een zijde in de schrijfrichting en de andere loodrecht
daarop, zodat de getallen geordend zijn in rijen en kolommen. De matrix is een
middel om samenhangende gegevens en hun bewerkingen op een systematische
en overzichtelijke wijze weer te geven. De term matrix werd in 1848 ingevoerd
door de Britse wiskundige J. J. Sylvester.
Indien er m {\displaystyle m} rijen en n {\displaystyle n} kolommen zijn, spreekt men
van een m×n-matrix. Het gebruik is dus (voor sommigen anders dan verwacht) dat
het eerste cijfer de hoogte aangeeft en het tweede de breedte.
Als n = m {\displaystyle n=m} is het een vierkante matrix. De getallen heten de
elementen van de matrix. Een m×n-matrix A {\displaystyle A} heeft dus
m × n {\displaystyle m\times n} elementen. Het element op het kruispunt van de
r-de rij en de k-de kolom wordt aangeduid als het rk-de element en genoteerd
als Ark. Voor de matrix zelf noteert men wel: (Ark). Ook andere notaties worden
gebruikt, onder andere, waarin het rk-de element van een matrix A {\displaystyle A}
geschreven wordt als ark. Het volgende voorbeeld toont een
2×3-matrix A {\displaystyle A} met gehele getallen als elementen:
A = [ 4 - 1 0 2 1 5 ] {\displaystyle A={\begin{bmatrix}4&-1&0\\2&1&5\end{bmatrix}}}
We zien bijvoorbeeld dat A12 = -1 en A23 = 5.
Matrices zijn belangrijke instrumenten in de lineaire algebra. Men gebruikt ze onder
andere voor de weergave van lineaire afbeeldingen. Matrixvermenigvuldiging komt
overeen met samenstelling van lineaire afbeeldingen. Matrices kunnen ook worden
gebruikt om een overzicht te bieden van de coëfficiënten in een stelsel van lineaire
ergelijkingen. Voor een vierkante matrix reguleren de determinant en inverse matrix
(als deze bestaat) het gedrag van oplossingen voor het corresponderende stelsel
van lineaire vergelijkingen, en eigenwaarden en eigenvectoren geven inzicht in de
meetkunde van de geassocieerde lineaire transformatie
Matrices kennen vele toepassingen. In de natuurkunde maakt men op verscheidene
gebieden gebruik van matrices, zoals bij de meetkundige optica en de
matrixmechanica. De laatste toepassing heeft geleid tot een meer gedetailleerde
studie van matrices met een oneindig aantal rijen en kolommen. De grafentheorie
maakt gebruik van matrices om afstanden tussen paren knopen (vertices) in een
graaf bij te houden. Computergraphics gebruikt matrices om de driedimensionale
ruimte op een tweedimensionaal vlak te projecteren. De matrixcalculus
veralgemeent klassieke analytische begrippen zoals afgeleiden van functies en
exponentiële functies naar matrices, wat toepassing vindt bij het oplossen van
gewone differentiaalvergelijkingen. Het serialisme en de dodecafonie zijn
20e-eeuwse muzikale stromingen die gebruikmaken van een vierkante matrix
om het patroon van de intervallen te bepalen.
Een belangrijke tak van de numerieke analyse is gewijd aan de ontwikkeling
van efficiënte algoritmen voor matrixberekeningen, een onderwerp dat, hoewel al
eeuwen oud, nog steeds een actief gebied van wiskundig onderzoek is. Matrix-
decompositiemethoden vereenvoudigen zowel theoretische als praktische
berekeningen. Voor ijle matrices, dat wil zeggen matrices die naar verhouding
veel nullen bevatten, kunnen specifiek ontworpen algoritmen tot versnelde
berekeningen leiden; dergelijke matrices spelen bijvoorbeeld een rol in de
eindige-elementenmethode.
NAAR HOOFDSTUK 41
|