Dimensies - Hoofdstuk 30
1-17-1 Hypnose
Voorwoord
Hypnose is een vrij logisch vervolg op goochelen. Al wil men daar niet veel over
weten en horen. Maar in principe wordt de massa zo beïnvloed dat het een massa
doet geloven dat het zo werkelijk aan het gaan is. Dit is een “beperking” die in de
menselijke hersenen gaande is. Zo kun je mensen zaken laten zien, beleven en zelfs
zaken laten voelen die aangenomen worden dat die niet bestaan. Wat hypnose doet
weten we wel maar waar het vandaan komt laten we het daar eens over gaan hebben
na het lezen van de wetenschappelijke beschrijving van de vele experts.
Beschrijving
Hypnose (uit het Grieks ?p??? hupnos, slaap) is een kunstmatig opgewekte trance,
gekenmerkt door verhoogde vatbaarheid voor suggestie. Hypnose wordt uitgevoerd
door opgeleide hypnotiseurs, die een speciale procedure volgen om de geest van
de behandelde persoon in een tranceachtige toestand te brengen. Het is een
kunstmatig gecreëerde staat van bewustzijn waarin men ontspannen is en
geconcentreerd op een bepaald onderwerp. Geregistreerde patronen van
hersengolven tonen aan dat iemand onder hypnose zich in een toestand tussen
waken en slapen bevindt. Hoewel de wetenschappelijke geschiedenis van het gebruik
van hypnose pas aanvangt met Franz Mesmer in de 18e eeuw werd de techniek reeds
lang daarvoor toegepast door tovenaars en genezers.
1-17-1a Algemeen
Sommige mensen zijn van mening dat er slechts één soort hypnose is: zelfhypnose.
Zelfs onder begeleiding van een hypnotiseur is het de cliënt zelf die toestaat dat de
trance ontwikkelt en laat bestaan. Dus iedere vorm van hypnose begint toch eigenlijk
in de eerste plaats steeds bij de gehypnotiseerde zelf, maar aangezien suggesties van
anderen dit kunnen teweegbrengen laat men zich dan eigenlijk begeleiden in de zelfhypnose.
Zonder aandacht te schenken aan een vreemde suggestie zal geen hypnose intreden.
Anderen stellen dat er twee soorten hypnose zijn:
- Zelfhypnose, waarbij men zichzelf in de hypnotische toestand
brengt, ook autosuggestie genoemd.
- Hypnose waarbij een hypnotiseur de hypnotische toestand tot
stand brengt.
Er zijn verschillende stadia van hypnose, van licht zoals een lichte roes tot een zeer
zware hypnotische toestand met een totaal verlies van (zelf)bewustzijn en waarbij zelfs
een blokkade van zintuiglijke en pijnprikkels kan optreden. Een lichte hypnotische
toestand kan vergeleken worden met een situatie waarin men alles om zich heen even
vergeet, zoals het diep verzonken zitten in een boek of het kijken naar een spannende
film waar men helemaal in opgaat.
De hypnotiseur dient integer te zijn en vertrouwen en gezag uit te stralen. Het is voor
een diepere hypnose noodzakelijk dat de gehypnotiseerde zijn zelfcontrole en
verantwoordelijkheid tot een bepaald niveau overdraagt aan de hypnotiseur. Op die
manier kan de gehypnotiseerde een voldoende hogere vernauwing (concentratie) van
zijn bewustzijn verkrijgen. Hij maakt als het ware zijn geest los van allerlei standaard
processen en verwacht dat deze overgenomen worden door de hypnotiseur.
Hypnose is zelf geen therapie, maar wel een hulpmiddel om therapeutische doelen te
bereiken. Hypnose wordt o.a. in de hypnotherapie en regressietherapie toegepast.
De werkzaamheid ervan is wetenschappelijk goed onderbouwd[bron?]. Vooral met
behulp van MRI-scans en Elektro-encefalografie (EEG) zijn hersenfysiologische
correlaties van trancetoestanden duidelijk aangetoond. Al door enkele hypnose-zittingen
kunnen duidelijke veranderingen worden vastgesteld. Mede daarom worden hypnose
en aanverwante technieken wereldwijd meer en meer gebruikt in verschillende vormen
van psychotherapie.
1-17-1b Integriteit van de hypnotiseur
Het komt voor dat de motieven van de hypnotiseur niet zuiver zijn en dat hij zijn
toevlucht tot bepaalde methoden en trucs neemt om een bepaald gezag uit te stralen.
Dit komt soms voor bij theaterhypnose, waar het de bedoeling is het publiek te
vermaken of in verbazing te brengen. In zeldzame gevallen wordt ten onrechte de naam
aangenomen van hypnotherapeut, daarbij de suggestie wekkend door middel van
hypnose integer therapie te bedrijven. Hiermee wordt erkende hypnotherapeuten, die zijn
aangesloten bij een door de overheid erkende beroepsorganisatie, zoals de NBVH,
onrecht aangedaan.
Verbeteringen door hypnose aangebracht, kunnen mogelijk op een ander vlak andere
problemen doen ontstaan. Alleen door zelfwerkzaamheid, dus met eigen bewustzijn en
verantwoordelijkheid, kan men een verbetering bewerkstelligen. Indien een hypnotiseur
integer is zal hij er dan ook voor zorgen dat de gehypnotiseerde de controle over zichzelf
behoudt, en de diepte van de hypnotische trance daarop afstemmen. Ook zal hij geen
amnesie veroorzaken zodat de gehypnotiseerde altijd weet wat er tijdens de hypnose is
gebeurd, en niet pas achteraf door het beluisteren van een opname van de sessie.
Respect voor de cliënt moet steeds voorop staan. Indien een bij een erkende
beroepsvereniging aangesloten hypnotiseur deze grens overschrijdt, is er een
klachtenprocedure mogelijk bij de beroepsorganisatie.
1-17-1c Afhankelijkheid van de hypnotiseur
Bij de zelfhypnose, waarbij de gehypnotiseerde de bewuste controle blijft houden over het
hypnoseproces, is de hypnosetoestand over het algemeen licht, maar ook hier kunnen de
trancedieptes verschillen. Er is een bepaalde grens waar voorbij de gehypnotiseerde een
deel van zijn (o.a. ethische) verantwoordelijkheid overdraagt aan de hypnotiseur: dat is
wanneer het bewustzijn van de gehypnotiseerde door de trancediepte wordt uitgeschakeld,
men spreekt dan ook van hypnotische slaap. Bij gebrek aan onderling vertrouwen is het niet
aan te raden dat dit gebeurt, omdat dan onbekende bewustzijnsinvloeden van de hypnotiseur
over kunnen gaan op de gehypnotiseerde. Die kan dit niet altijd duiden en daardoor kunnen
(veel) later na de hypnose problemen ontstaan zoals angstdromen of dwanghandelingen.
Wanneer hypnose gebruikt wordt als alternatieve vorm van narcose bij operaties, is deze
trancetoestand echter zeer gewenst. Vertrouwen, integriteit en een bewuste keuze blijven
belangrijke voorwaarden voor hypnose.
NAAR HOOFDSTUK 31
|