Hoofdstuk - 44 -


1-7 Het geloof


Geloof en het vele geweld

Bij vele geloven druipt het bloed er van af. Er is geen bloederiger
boek ooit geschreven dan de vele Bijbels, Koran en andere heilige geschriften.
Alleen al daaraan kun je zien dat het van menselijke handen komt en niet van
een energie die werkelijk geen kwaad kent!

Geloof en de vele geschriften zijn aan de ene kant gemaakt om mensen
te verenigen, om zo gezamenlijk de grote hap te onderdrukken en aan de
andere kant ze zover te krijgen, dat ze ook nog eens ten strijde trekken tegen
een of ander geloof, of anders een ander land of ras. Als men ziet hoeveel
walgelijke, bloederige passages geschreven zijn in deze geschriften, dan duidt
het alleen maar op menselijke heerschappijen en hun bloederige manier van
het onderdrukken van het gewone volk. Nu beginnen stukjes van de puzzel in
elkaar te vallen. Vele passages per geloof blijken citaten te zijn uit oorlogen
van een ver verleden. Stammen, groepen, volkeren die tegen elkaar opgezet
werden omdat ze slecht waren en omdat ze misschien verder waren dan de
andere groep. Oorlogen die alsmaar de mensheid teruggebracht hebben naar
het eenvoudige en waar mensen vernederd worden. Allemaal beschreven in
de vele heilige geschriften met een snufje romantiek en een beetje mystiek en
jip, weer is een heilig geschrift klaar.

Het is zo overduidelijk dat er alsmaar gerommeld wordt om weer een
aanleiding te geven voor een of ander gevecht. Is het niet te creëren, dan slaan
we een Bijbel of Koran open en wijzen we een volksgroep aan die niet voldoet
op die passage van de boeken. Het meeste geweld hebben we te danken aan
het geloof. Al zul je dat niet geloven, toch is het zo. De grote vechtersbazen
zijn de vele gelovige leiders, die onder het mom van Allah, God, Mohammed
of Boeddha, menen ten strijde te trekken en weer wat geld te verdienen
met de ellende die er ontstaat door deze oorlogen. De meest grootverdieners
van oorlogen zijn de kerk en de banken. En dan maar geloven dat geloof
een geweldloze uiting is en een vorm van meditatie en acceptatie van grote
volksgroepen.

Niets is minder waar, want door het beheersen van de energieën van de vele
gelovige mensen is er een dominantie naar die mensen toe, die werkelijk zo
een eenzijdige wereld voorgespiegeld krijgen dat er werkelijk geen connectie
is met de energie van elk persoon op zich.

Ik stel dan ook dat de vele geloven en hun kerken, moskeeën en tempels
de broedplaats zijn van de vele ellenden die we hebben op deze aarde. Zij zijn
de grondleggers van het kwaad en door op te jennen en valse voorstellingen te
creëren van andere mensen wordt er dagelijks haat gezaaid en wordt er maar
gepraat over goed en kwaad. Een goed wat de kerk moet zijn en een kwaad
wat altijd die ander is!


(Hoofdstuk 44)  


NAAR MIJN VOLGENDE HOOFDSTUK